Hoe moeten cijfers worden afgerond?

De afronding van cijfers kan het verschil maken tussen slagen of zakken. De afrondingsregels verschillen per soort cijfer: Het eindcijfer, SE-cijfer, combinatiecijfer of CE-cijfer. We zetten deze afrondingsregels voor je op een rij.

Hoe moeten cijfers worden afgerond?

De afronding van cijfers kan het verschil maken tussen slagen of zakken. De afrondingsregels verschillen per soort cijfer: Het eindcijfer, SE-cijfer, combinatiecijfer of CE-cijfer. We zetten deze afrondingsregels voor je op een rij.

De afrondingsregel

De afrondingsregel is in principe eenvoudig:

Per kandidaat is er een lijst van CE-cijfers (zie de veelgestelde vraag ”welke cijfers tellen mee?”). Van die lijst wordt het rekenkundig gemiddelde bepaald. Dat rekenkundig gemiddelde moet voldoende zijn; 5,5 of hoger.

Je bent geslaagd bij een gemiddelde van 5,50 of hoger, maar niet met een gemiddelde van 5,49.

De afrondingsregel

De afrondingsregel is in principe eenvoudig:

Per kandidaat is er een lijst van CE-cijfers (zie de veelgestelde vraag ”welke cijfers tellen mee?”). Van die lijst wordt het rekenkundig gemiddelde bepaald. Dat rekenkundig gemiddelde moet voldoende zijn; 5,5 of hoger.

Je bent geslaagd bij een gemiddelde van 5,50 of hoger, maar niet met een gemiddelde van 5,49.

Regelgeving over afronding

Het eindexamenbesluit VO regelt expliciet of, hoe en hoe ver examenresultaten voor de berekening van de uitslag moeten worden afgerond en niet hoe het binnen het schoolexamen moet als er geen CE op het SE volgt.

Dat laatste heeft bij het SE geleid tot het tussentijds afronden. Bijvoorbeeld, het gemiddelde van de resultaten van maatschappijleer 1 is 5,46. Dat wordt afgerond naar een 5,5; wat daarna wordt afgerond naar een 6.

De school mag deze tussentijdse afronding toepassen voor het SE, maar is daartoe niet verplicht. Het is verstandig de afronding van de schoolexamencijfers vast te leggen in het Examenreglement (dus ook als er niet tussentijds wordt afgerond), om verwarring en discussie hierover te voorkomen.

Zodra (ook) cijfers voor het centraal examen meetellen, stopt de keuzevrijheid van de school en dient de school zich aan vastgestelde regels te houden:

  • Het eindcijfer (dat op het grootste deel van de uitslagregels van toepassing is) is een geheel getal.
  • Het SE-cijfer van een vak zonder CE is eveneens een geheel getal. Dat gehele getal is dan meteen het eindcijfer.
  • Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal.
  • Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is).

Regelgeving over afronding

Het eindexamenbesluit VO regelt expliciet of, hoe en hoe ver examenresultaten voor de berekening van de uitslag moeten worden afgerond en niet hoe het binnen het schoolexamen moet als er geen CE op het SE volgt.

Dat laatste heeft bij het SE geleid tot het tussentijds afronden. Bijvoorbeeld, het gemiddelde van de resultaten van maatschappijleer 1 is 5,46. Dat wordt afgerond naar een 5,5; wat daarna wordt afgerond naar een 6.

De school mag deze tussentijdse afronding toepassen voor het SE, maar is daartoe niet verplicht. Het is verstandig de afronding van de schoolexamencijfers vast te leggen in het Examenreglement (dus ook als er niet tussentijds wordt afgerond), om verwarring en discussie hierover te voorkomen.

Zodra (ook) cijfers voor het centraal examen meetellen, stopt de keuzevrijheid van de school en dient de school zich aan vastgestelde regels te houden:

  • Het eindcijfer (dat op het grootste deel van de uitslagregels van toepassing is) is een geheel getal.
  • Het SE-cijfer van een vak zonder CE is eveneens een geheel getal. Dat gehele getal is dan meteen het eindcijfer.
  • Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal.
  • Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is)

Eindcijfer voor een vak bepalen

Om het eindcijfer voor een vak te bepalen, bereken je eerst het gemiddelde cijfer (in geval van een SE & CE: SE+CE/2). Vervolgens rond je dit gemiddelde af op een geheel getal.
 
Wanneer het eerste getal achter de komma een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Wanneer het eerste getal achter de komma een vijf of hoger is, wordt het cijfer naar boven afgerond.
 
Voorbeeld:
Cijfers: 5,3 SE en 5,6 SE
(5,3 + 5,6) / 2 = 5,45
Het eindcijfer is (afgerond naar een geheel getal) 5.

Eindcijfer voor een vak bepalen

Om het eindcijfer voor een vak te bepalen, bereken je eerst het gemiddelde cijfer (in geval van een SE & CE: SE+CE/2). Vervolgens rond je dit gemiddelde af op een geheel getal.
 
Wanneer het eerste getal achter de komma een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Wanneer het eerste getal achter de komma een vijf of hoger is, wordt het cijfer naar boven afgerond.
 
Voorbeeld:
Cijfers: 5,3 SE en 5,6 SE
(5,3 + 5,6) / 2 = 5,45
Het eindcijfer is (afgerond naar een geheel getal) 5.

Combinatiecijfer bepalen

 
Het combinatiecijfer is het gemiddelde van een aantal gehele (dus al afgeronde) cijfers. Het combinatiecijfer is ook een geheel getal.
 
Voorbeeld:
Je moet het combinatiecijfer berekenen van een 6, nog een 6 en een 7.
(6 + 6 + 7) / 3 = 6,33..
Het combinatiecijfer is (afgerond naar een geheel getal) 6.

Combinatiecijfer bepalen

Het combinatiecijfer is het gemiddelde van een aantal gehele (dus al afgeronde) cijfers. Het combinatiecijfer is ook een geheel getal.
 
Voorbeeld:
Je moet het combinatiecijfer berekenen van een 6, nog een 6 en een 7.
(6 + 6 + 7) / 3 = 6,33..
Het combinatiecijfer is (afgerond naar een geheel getal) 6.

CE-cijfer bepalen wanneer het CE uit twee delen bestaat

Het cijfer van elk deel heeft één decimaal. Het CE-cijfer moet ook een cijfer met één decimaal worden.
 
Voorbeeld:
Cijfers: CPE 5,4 en CSE 5,3
Het gemiddelde is: (5,4 + 5,3) / 2 = 5,35
Het CE-cijfer wordt dan (afgerond op één decimaal) een 5,4.

CE-cijfer bepalen wanneer het CE uit twee delen bestaat

Het cijfer van elk deel heeft één decimaal. Het CE-cijfer moet ook een cijfer met één decimaal worden.
 
Voorbeeld:
Cijfers: CPE 5,4 en CSE 5,3
Het gemiddelde is: (5,4 + 5,3) / 2 = 5,35
Het CE-cijfer wordt dan (afgerond op één decimaal) een 5,4.

De CE-eis

De CE-eis werkt met CE-eindcijfers. Dit zijn dus allemaal cijfers in één decimaal.

Van deze cijfers wordt het gemiddelde berekend. Dit gemiddelde moet 5,5 of hoger zijn.

Voorbeeld:
De cijfers 5,5; 5,5; 5,5; 5,5; 5,5; 5,4 geven een gemiddelde van 5,48333.
5,48333 is lager dan 5,5; dus niet geslaagd.

De CE-eis

De CE-eis werkt met CE-eindcijfers. Dit zijn dus allemaal cijfers in één decimaal.

Van deze cijfers wordt het gemiddelde berekend. Dit gemiddelde moet 5,5 of hoger zijn.

Voorbeeld:
De cijfers 5,5; 5,5; 5,5; 5,5; 5,5; 5,4 geven een gemiddelde van 5,48333.
5,48333 is lager dan 5,5; dus niet geslaagd.

Bron: www.examenblad.nl

Bron: www.examenblad.nl