Stappenplan voor het maken van het profielwerkstuk
Het profielwerkstuk kan door zijn omvang best overweldigend zijn. Hoe maak je een profielwerkstuk? Hoe begin je? Voor een beetje houvast hebben we dit stappenplan voor je opgesteld.

Stappenplan voor het maken van het profielwerkstuk
Het profielwerkstuk kan door zijn omvang best overweldigend zijn. Hoe maak je een profielwerkstuk? Hoe begin je? Voor een beetje houvast hebben we dit stappenplan voor je opgesteld.

De 4 fases van het profielwerkstuk
Het profielwerkstuk bestaat globaal gezien uit vier fasen:
- Oriëntatiefase
- Voorbereidingsfase
- Uitvoerende fase
- Presentatiefase
De oriëntatiefase
Stap 1: Lees de opdracht zorgvuldig
Begin altijd met het lezen van de opdracht. Zo weet je precies wat je te wachten staat en wat er van je verwacht wordt.
Ook kun je een aantal voorbeelden van profielwerkstukken bekijken, zodat je een beter beeld krijgt over wat het profielwerkstuk nu precies is.
Stap 2: Kies je onderwerp, vak, groepje & begeleider
Het is tijd om wat keuzes te maken! Naar welk onderwerp / over welk vak ga je onderzoek doen? Wie worden je teamgenoten en wie wordt je begeleider? Op welke volgorde je deze keuzes maakt is aan jou.
Vind je het bijvoorbeeld heel erg belangrijk om in een groepje te zitten met bepaalde mensen? Dan is dat de eerste keuze die je maakt en ga je vervolgens met hen overleggen over het onderwerp/vak.
Maar het is ook aan te raden om een leuk onderwerp een prioriteit te maken. Je gaat veel tijd steken in het profielwerkstuk en als het onderwerp je niet interesseert gaat het erg zwaar worden. Kijk dus waar je interesse ligt en vorm een groepje met mensen die ook enthousiast zijn over dit onderwerp.
Inspiratie nodig voor het onderwerp? Radboud Universiteit zet een groot aantal thema’s en onderwerpen op een rij.
De voorbereidingsfase
Stap 3: Lees je in & formuleer de onderzoeksvraag
Misschien heb je na het kiezen van je onderwerp al een duidelijk beeld over dit onderwerp en de vragen die jij met jouw onderzoek wilt gaan beantwoorden. Of misschien weet je het onderwerp wel, maar is het nog onduidelijk wat je precies wilt onderzoeken.
In beide gevallen is het goed om je globaal in te lezen in het onderwerp. Lees recente onderzoeken naar jouw onderwerp en ga op zoek naar de nog onbeantwoorde vraagstukken.
Op basis hiervan kun je de hoofdvraag, oftewel de onderzoeksvraag, formuleren.
Een goede hoofdvraag is een open vraag, dus géén vraag die je met “ja” of “nee” beantwoorden. Ook is hij SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Je onderzoeksvraag is niet te smal (dan ben je te snel klaar) en niet te breed (dan heb je niet genoeg tijd). De breedte van je onderzoeksvraag kun je aanpassen door de vraag verder of minder ver af te bakenen.
Stap 4: Formuleer je deelvragen
De deelvragen zijn als het ware de tussenstappen om tot het antwoord op je hoofdvraag te komen. Iedere deelvraag belicht een ander onderdeel van de hoofdvraag.
Een goede deelvraag voldoet aan dezelfde eisen als een goede hoofdvraag, maar is wel specifieker en daardoor makkelijker / sneller te beantwoorden.
Stap 5: Stel een lijst op met relevante zoekwoorden
Om tot de antwoorden op je hoofdvraag en deelvragen te komen, ga je het internet flink afstruinen voor relevante en betrouwbare informatie.
Voordat je dat daadwerkelijk gaat doen is het handig om alvast een lijst te maken met relevante zoekwoorden. Denk hierbij ook aan de Engelse vertalingen en synoniemen van woorden.
De uitvoerende fase
Stap 6: Informatie verzamelen
Je hebt je goed voorbereid. Je weet wat je wilt weten en waar je naar moet zoeken. Het is tijd om je onderzoek uit te voeren en informatie te verzamelen!
Zoekstrategieën
- Gebruik meerdere zoekmachines (dus niet alleen Google)
- Zoek ook binnen een databank. Een databank wordt beheerd door mensen in plaats van door algoritmes, zoals bij zoekmachines. Daardoor is de informatie in een databank beter gecontroleerd.
- Denk naast online bronnen ook aan offline bronnen zoals boeken (boeken bevatten betrouwbare informatie, die gecontroleerd is voordat het boek gedrukt is. Ook hebben boeken een duidelijke structuur en bevatten ze veel verwijzingen naar meer informatie).
- Gebruik de sneeuwbalmethode: Via de literatuurverwijzing van een van je bronnen, kom je terecht bij andere bronnen. Vervolgens bekijk je de literatuurverwijzing van deze bronnen weer, etc. Voordeel: betrouwbare informatiebronnen. Nadeel: je zoekt terug in de tijd, waardoor de informatie misschien niet meer volledig / actueel is.
- Gebruik de citatiemethode: Bij deze methode werk je precies andersom. Je hebt een goede bron te pakken. Vervolgens ga je op zoek naar bronnen waarin verwezen wordt naar jouw eerste bron. Op deze manier wordt je informatie steeds actueler. De zoekmachine Google Scholar geeft bij de zoekresultaten aan door welke andere informatiebronnen die bron is geciteerd.
- Zoekmachine hacks: Er zijn heel veel tips en tricks die je kunnen helpen bij het optimaal benutten van zoekmachines. Wist je bijvoorbeeld dat je pagina’s kunt uitsluiten door het minteken te gebruiken. Stel je wilt de snelheid van een jaguar weten; het dier, niet de auto. Dan kan je zoeken naar snelheid jaguar -auto om resultaten waarin het woord “auto” ook voorkomt uit te sluiten. En zo zijn er nog veel meer van dit soort zoektrucjes.
Betrouwbare informatie?
Het internet is een fantastische plek, waar je alle informatie die er bestaat kunt vinden. Dus ook informatie die misschien niet helemaal klopt. Let altijd goed op of de bron van je informatie betrouwbaar is.
- Kijk verder dan het eerste zoekresultaat
- Ga na of er een bespreking is van je gebruikte artikel/boek. Wat zeggen anderen over deze bron?
- Worden er bronnen vermeld of wordt er zomaar wat gezegd, zonder onderbouwing?
- Wie is de schrijver / uitgeverij?
- Bij drie aan elkaar gerelateerde bronnen weet je pas zeker dat de informatie betrouwbaar is.
- Bekijk de “over ons”-pagina op websites die je gebruikt als bron
- Hoe oud is de informatie? Check de datum van publicatie om te zien of de bron nog wel relevant is.
- Wordt bepaalde informatie geciteerd of opnieuw gebruikt? Raadpleeg de originele bron dan altijd.
Houd goed bij welke bronnen je gebruikt, dit scheelt je veel werk aan het einde van de rit.
Stap 7: Verbanden leggen en conclusies trekken
Als het goed is heb je nu een heleboel informatie verzameld. Het is tijd om deze informatie op een hoop te gooien en te kijken hoe deze met elkaar in verband staan en hoe de informatie je hoofdvraag en deelvragen beantwoordt.
Probeer de informatie in verschillende categorieën te verdelen, bijvoorbeeld per deelvraag.
De presentatiefase
Stap 8: Schrijven maar
Het is tijd om je informatie te verwerken tot een mooi verslag!
Hoewel het goed is om rekening te houden met de juiste opbouw en welke onderdelen er allemaal in het verslag moeten, is het ook fijn om in deze fase nog redelijk vrij te schrijven. Denk niet te veel na en schrijf gewoon op wat er in je hoofd zit. Later kun je dit dan perfectioneren waar nodig.
Stap 9: Puntjes op de i
Pak de instructie voor het profielwerkstuk er nog eens bij en ga stap voor stap na of jouw profielwerkstuk aan alle eisen voldoet. Zijn alle vragen beantwoord? Is het lettertype zoals gevraagd? Zijn de bronnen (op de juiste manier) vermeld? Mag je de gekozen afbeeldingen wel gebruiken rekening houdend met auteursrechten?
Is je profielwerkstuk helemaal af? Laat het netjes inbinden voor een professionele uitstraling (wordt gewaardeerd door je docenten!).
Stap 10: Evalueer
Je bent minimaal 80 uur verder en een heleboel wijzer. Hopelijk vond je het een leuk en leerzaam proces.
Evalueer samen met je groepje hoe het is gegaan. Wat ging goed? Waar ben je tegenaan gelopen? Wat zou je een volgende keer anders doen? Zo haal jij alles uit je profielwerkstuk en kun je de opgedane kennis meenemen naar je vervolgstudie.
De 4 fases van het profielwerkstuk
Het profielwerkstuk bestaat globaal gezien uit vier fasen:
- Oriëntatiefase
- Voorbereidingsfase
- Uitvoerende fase
- Presentatiefase
De oriëntatiefase
Stap 1: Lees de opdracht zorgvuldig
Begin altijd met het lezen van de opdracht. Zo weet je precies wat je te wachten staat en wat er van je verwacht wordt.
Ook kun je een aantal voorbeelden van profielwerkstukken bekijken, zodat je een beter beeld krijgt over wat het profielwerkstuk nu precies is.
Stap 2: Kies je onderwerp, vak, groepje & begeleider
Het is tijd om wat keuzes te maken! Naar welk onderwerp / over welk vak ga je onderzoek doen? Wie worden je teamgenoten en wie wordt je begeleider? Op welke volgorde je deze keuzes maakt is aan jou.
Vind je het bijvoorbeeld heel erg belangrijk om in een groepje te zitten met bepaalde mensen? Dan is dat de eerste keuze die je maakt en ga je vervolgens met hen overleggen over het onderwerp/vak.
Maar het is ook aan te raden om een leuk onderwerp een prioriteit te maken. Je gaat veel tijd steken in het profielwerkstuk en als het onderwerp je niet interesseert gaat het erg zwaar worden. Kijk dus waar je interesse ligt en vorm een groepje met mensen die ook enthousiast zijn over dit onderwerp.
Inspiratie nodig voor het onderwerp? Radboud Universiteit zet een groot aantal thema’s en onderwerpen op een rij.
De voorbereidingsfase
Stap 3: Lees je in & formuleer de onderzoeksvraag
Misschien heb je na het kiezen van je onderwerp al een duidelijk beeld over dit onderwerp en de vragen die jij met jouw onderzoek wilt gaan beantwoorden. Of misschien weet je het onderwerp wel, maar is het nog onduidelijk wat je precies wilt onderzoeken.
In beide gevallen is het goed om je globaal in te lezen in het onderwerp. Lees recente onderzoeken naar jouw onderwerp en ga op zoek naar de nog onbeantwoorde vraagstukken.
Op basis hiervan kun je de hoofdvraag, oftewel de onderzoeksvraag, formuleren.
Een goede hoofdvraag is een open vraag, dus géén vraag die je met “ja” of “nee” beantwoorden. Ook is hij SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Je onderzoeksvraag is niet te smal (dan ben je te snel klaar) en niet te breed (dan heb je niet genoeg tijd). De breedte van je onderzoeksvraag kun je aanpassen door de vraag verder of minder ver af te bakenen.
Stap 4: Formuleer je deelvragen
De deelvragen zijn als het ware de tussenstappen om tot het antwoord op je hoofdvraag te komen. Iedere deelvraag belicht een ander onderdeel van de hoofdvraag.
Een goede deelvraag voldoet aan dezelfde eisen als een goede hoofdvraag, maar is wel specifieker en daardoor makkelijker / sneller te beantwoorden.
Stap 5: Stel een lijst op met relevante zoekwoorden
Om tot de antwoorden op je hoofdvraag en deelvragen te komen, ga je het internet flink afstruinen voor relevante en betrouwbare informatie.
Voordat je dat daadwerkelijk gaat doen is het handig om alvast een lijst te maken met relevante zoekwoorden. Denk hierbij ook aan de Engelse vertalingen en synoniemen van woorden.
De uitvoerende fase
Stap 6: Informatie verzamelen
Je hebt je goed voorbereid. Je weet wat je wilt weten en waar je naar moet zoeken. Het is tijd om je onderzoek uit te voeren en informatie te verzamelen!
Zoekstrategieën
- Gebruik meerdere zoekmachines (dus niet alleen Google)
- Zoek ook binnen een databank. Een databank wordt beheerd door mensen in plaats van door algoritmes, zoals bij zoekmachines. Daardoor is de informatie in een databank beter gecontroleerd.
- Denk naast online bronnen ook aan offline bronnen zoals boeken (boeken bevatten betrouwbare informatie, die gecontroleerd is voordat het boek gedrukt is. Ook hebben boeken een duidelijke structuur en bevatten ze veel verwijzingen naar meer informatie).
- Gebruik de sneeuwbalmethode: Via de literatuurverwijzing van een van je bronnen, kom je terecht bij andere bronnen. Vervolgens bekijk je de literatuurverwijzing van deze bronnen weer, etc. Voordeel: betrouwbare informatiebronnen. Nadeel: je zoekt terug in de tijd, waardoor de informatie misschien niet meer volledig / actueel is.
- Gebruik de citatiemethode: Bij deze methode werk je precies andersom. Je hebt een goede bron te pakken. Vervolgens ga je op zoek naar bronnen waarin verwezen wordt naar jouw eerste bron. Op deze manier wordt je informatie steeds actueler. De zoekmachine Google Scholar geeft bij de zoekresultaten aan door welke andere informatiebronnen die bron is geciteerd.
- Zoekmachine hacks: Er zijn heel veel tips en tricks die je kunnen helpen bij het optimaal benutten van zoekmachines. Wist je bijvoorbeeld dat je pagina’s kunt uitsluiten door het minteken te gebruiken. Stel je wilt de snelheid van een jaguar weten; het dier, niet de auto. Dan kan je zoeken naar snelheid jaguar -auto om resultaten waarin het woord “auto” ook voorkomt uit te sluiten. En zo zijn er nog veel meer van dit soort zoektrucjes.
Betrouwbare informatie?
Het internet is een fantastische plek, waar je alle informatie die er bestaat kunt vinden. Dus ook informatie die misschien niet helemaal klopt. Let altijd goed op of de bron van je informatie betrouwbaar is.
- Kijk verder dan het eerste zoekresultaat
- Ga na of er een bespreking is van je gebruikte artikel/boek. Wat zeggen anderen over deze bron?
- Worden er bronnen vermeld of wordt er zomaar wat gezegd, zonder onderbouwing?
- Wie is de schrijver / uitgeverij?
- Bij drie aan elkaar gerelateerde bronnen weet je pas zeker dat de informatie betrouwbaar is.
- Bekijk de “over ons”-pagina op websites die je gebruikt als bron
- Hoe oud is de informatie? Check de datum van publicatie om te zien of de bron nog wel relevant is.
- Wordt bepaalde informatie geciteerd of opnieuw gebruikt? Raadpleeg de originele bron dan altijd.
Houd goed bij welke bronnen je gebruikt, dit scheelt je veel werk aan het einde van de rit.
Stap 7: Verbanden leggen en conclusies trekken
Als het goed is heb je nu een heleboel informatie verzameld. Het is tijd om deze informatie op een hoop te gooien en te kijken hoe deze met elkaar in verband staan en hoe de informatie je hoofdvraag en deelvragen beantwoordt.
Probeer de informatie in verschillende categorieën te verdelen, bijvoorbeeld per deelvraag.
De presentatiefase
Stap 8: Schrijven maar
Het is tijd om je informatie te verwerken tot een mooi verslag!
Hoewel het goed is om rekening te houden met de juiste opbouw en welke onderdelen er allemaal in het verslag moeten, is het ook fijn om in deze fase nog redelijk vrij te schrijven. Denk niet te veel na en schrijf gewoon op wat er in je hoofd zit. Later kun je dit dan perfectioneren waar nodig.
Stap 9: Puntjes op de i
Pak de instructie voor het profielwerkstuk er nog eens bij en ga stap voor stap na of jouw profielwerkstuk aan alle eisen voldoet. Zijn alle vragen beantwoord? Is het lettertype zoals gevraagd? Zijn de bronnen (op de juiste manier) vermeld? Mag je de gekozen afbeeldingen wel gebruiken rekening houdend met auteursrechten?
Is je profielwerkstuk helemaal af? Laat het netjes inbinden voor een professionele uitstraling (wordt gewaardeerd door je docenten!).
Stap 10: Evalueer
Je bent minimaal 80 uur verder en een heleboel wijzer. Hopelijk vond je het een leuk en leerzaam proces.
Evalueer samen met je groepje hoe het is gegaan. Wat ging goed? Waar ben je tegenaan gelopen? Wat zou je een volgende keer anders doen? Zo haal jij alles uit je profielwerkstuk en kun je de opgedane kennis meenemen naar je vervolgstudie.